Het bekken is een ring met drie botstukken.

Aan de voorkant zitten twee symmetrische botstukken, de heupbeenderen, aan elkaar vast bij het schaambeen. Aan de achterzijde zit het heiligbeen er tussen, daar zitten dus twee gewrichten, de zogenaamde SI-gewrichten. Bij een blokkering van een SI-gewricht zie je vaak een bekkenverwringing: de ene helft staat iets naar voren gedraaid, de andere helft een beetje naar achteren.

Klachten
De meest voorkomende klacht is pijn laag in de rug, vaak met uitstraling van de pijn naar de achterzijde van het bovenbeen en/of de lies. De pijn is meestal het ergst na de nachtrust en bij opstaan na langer zitten. De pijn vermindert door lopen, maar langer lopen geeft weer meer pijn.

Bij lage rugpijn en bekkeninstabiliteit wordt vaak een SI-blokkering als mede-oorzaak gevonden.

Behandeling
Correctie van een bekkenverwringing kan meestal effectief gebeuren met een manipulatie techniek. Mobilisatie technieken zijn ook mogelijk.

Aandachtspunten
Een bekkenverwringing geeft een veranderde stand van de heupen en wervelkolom. Vooral de wervelkolom moet de gedraaide stand van de bekkenverwringing compenseren. Klachten hoger in de wervelkolom zoals rugpijn en hoofdpijn kunnen dus hun oorzaak vinden in een veranderde stand van het bekken.
Een bekkenverwringing kan ook klachten geven naar "beneden", naar lies, heup, knie of enkel.
Bij het constateren van een bekkenverwringing is het daarom nodig om de wervelkolom en de heupen en knieën in het onderzoek en zo nodig in de behandeling mee te nemen

Deze site gebruikt cookies om verkeer te analyseren. Als je verder gaat met het bezoeken van deze site, ga je akkoord met het plaatsen van cookies.